Hoe verloopt een gemiddelde zeildag
Een gemiddelde lesdag zal er zo uitzien: ‘s-morgens ontvangt de instructeur je op de leslocatie. Afhankelijk van de gekozen cursus, privé of groep, maak je kennis met de andere cursisten onder het genot van een lekkere kop koffie.
De instructeur bespreekt het dagprogramma en doet een kort theorie lesje. Vervolgens, de zwemvesten aantrekken en het water op! (zwemvesten stellen wij beschikbaar) Na het vaarklaar maken van de boot zit je vrijwel direct aan het roer. De instructeur zorgt ervoor dat je je comfortabel en veilig voelt. We wisselen om de 10 á 15 minuten van roerganger zodat iedereen vaak aan de beurt komt. Datzelfde doen we met de overige taken aan boord, het bedienen van de fok bijvoorbeeld.
Afhankelijk van de cursus komt steeds een nieuw onderdeel aan de orde en ga je steeds vertrouwder raken met de boot en met de verschillende manoeuvres. Je zult er versteld van staan hoe snel je al veel dingen zelf kunt. Het lestempo wordt altijd afgestemd op de behoefte die er per individu is.
We lunchen in een restaurant/eetcafé of we picknicken ergens in het gras als je liever je eigen lunch meebrengt.
Het middagprogramma begint met theorieles van een half uur om daarna de theorie direct in praktijk te brengen. Soms lassen we ergens in de middag ook een kort stukje “niks” in (een kwartiertje gewoon rondvaren of misschien wel zwemmen), om het intensief oefenen op bepaalde manoeuvres even te onderbreken. Daarna kunnen we weer met frisse zin verder.
Aan het eind van de middag zijn we weer terug in de haven. Na het opruimen van de spullen evalueren we de dag en drinken we vaak nog wat. Rond 18:00 uur gaat iedereen weer naar huis. Soms krijg je wat huiswerk mee om je goed te kunnen voorbereiden op de volgende zeildag.
Dagprogramma
9.15 Inloop en koffie
9.30 Theorieles /programma bespreken
9.45 Praktijkles zeilen
12.30 Lunch
13.15 Theorieles
13.45 Praktijkles zeilen
17.00 Afmeren, evaluatie en wat drinken
18.00 Naar huis
Lesonderdelen niveau I
Deze opleiding is bedoeld voor mensen die nog nooit zelf gezeild hebben. Tijdens de opleiding wordt men systematisch de beginselen van het zeilen bijgebracht. De opleiding omvat de eenvoudige basisvaardigheden zoals het hijsen en strijken, het sturen, de bediening van de zeilen en het overstag gaan. Daarbij aangevuld met bijbehorende theorie over veiligheid en enkele vaarregels op het water. Dit alles onder gunstige omstandigheden; een rustig vaarwater en een matige wind tot en met 3 Beaufort.
Praktijk
- Het schip zeilklaar en nachtklaar maken
- Verhalen van het schip
- Stilliggend hijsen en strijken van de zeilen
- Stand en bediening van de zeilen
- Sturen, roer- en schootbediening
- Overstag gaan
- Opkruisen in breed vaarwater
- Gijpen
- Afvaren van hogerwal
- Onder toezicht aankomen aan hogerwal
- Afmeren op de eigen ligplaats
- De noodzaak van het reven onderkennen
- Toepassing van de reglementen
Theorie
- Schiemanswerk
- Zeiltermen
- Onderdelen
- Veiligheid
- Reglementen
- Krachten op het schip en hun gevolgen
Lesonderdelen niveau II
Cursisten die deze opleiding willen volgen, worden verondersteld de beginselen van het zeilen, zoals behandeld in Kielboot I, te beheersen. De opleiding omvat naast de eerder genoemde basisvaardigheden (Kielboot I) ook manoeuvres zoals opkruisen, aankomen aan hoger wal en man over boord, aangevuld met bijbehorende theorie. Alles onder redelijke omstandigheden, niet te druk vaarwater tot en met windkracht 4 Beaufort.
Praktijk
- Het schip zeilklaar en nachtklaar maken
- Verhalen van het schip
- Stilliggend hijsen en strijken van de zeilen
- Stand en bediening van de zeilen
- Sturen, roer- en schootbediening
- Overstag gaan
- Opkruisen in nauw vaarwater
- Gijpen en gijpen kunnen vermijden
- Afvaren van hogerwal
- Aankomen aan hogerwal (onder alle omstandigheden)
- Afmeren van het schip
- Kunnen reven op het eigen schip
- Toepassing van de reglementen
- Man over boordmanoeuvre
- Loskomen van aan de grond
- Gebruik buitenboordmotor
Theorie
- Schiemanswerk
- Zeiltermen
- Onderdelen
- Veiligheid
- Reglementen
- Krachten op het schip en hun gevolgen
- Gedragsregels
- Weersinvloeden
- Vaarproblematiek andersoortige schepen
Lesonderdelen niveau III
Het zelfstandig kunnen varen van een dagtocht is één van de einddoelen van deze opleiding. De opleiding omvat zowel de basis- als de gevorderdenmanoeuvres zoals aankomen aan hogerwal én lagerwal, ankeren, loskomen van de grond. Ook de theorie sluit bij het gevorderdenniveau aan. Dit alles onder redelijke omstandigheden tot en met windkracht 6 Beaufort.
Praktijk
- Het aanslaan van de zeilen
- Het schip zeilklaar maken en klaarmaken voor de nacht
- Verhalen van het schip
- Hijsen en strijken van de zeilen zowel stilliggend als varend
- Stand en bediening van de zeilen
- Bovenwinds gelegen punt kunnen bezeilen
- Opkruisen in nauw vaarwater
- Gijpen en gijpen kunnen vermijden
- Afvaren van en aankomen aan hoger wal
- Man over boordmanoeuvre
- Aankomen aan lager wal
- Afmeren
- Kunnen reven op het eigen schip
- Eenvoudig ankeren
- Eenvoudige zeil- en scheepstrim
- Loskomen van aan de grond
- Bedienen van een binnen- of buitenboordmotor
- Schiemanswerk
- Aanvarings/achtergrondspeiling kunnen maken
- Toepassing van de reglementen
- Terminologie
Theorie
- Schiemanswerk
- Zeiltermen
- Onderdelen
- Veiligheid
- Reglementen
- Krachten op het schip en hun gevolgen
- Gedragsregels, vlagvoering en jachtetiquette
- Weersinvloeden 9. Vaarproblematiek andersoortige schepen
- Dagelijks onderhoud van het eigen schip
- Het kennen van twee andere reefsystemen dan die op het eigen schip